Begraafplaats
Midden in het groene hart van Voorhout – ingesloten tussen enerzijds de Bartholomeuskerk en de kerk van de Protestantse Gemeente en anderzijds het Boerhaavehuis – ligt in een oase van rust de begraafplaats die wordt beheerd door het bestuur van de Stichting Begraafplaats Voorhout.
Dit in 1976 ontworpen en aangelegde gedeelte is bestemd voor algemeen gebruik. Bij de uitbreiding en vernieuwing is de ontwerper erin geslaagd om dit deel naadloos te laten aansluiten op de twee historische kerkhoven, waarmee niet alleen een eenheid is gecreëerd maar waar elke begraafplaats ook zijn eigen identiteit heeft kunnen bewaren. Om deze eenheid te verkrijgen is de stenen afscheiding met klimop zo laag mogelijk gehouden. Niets wijst erop dat dit deel vroeger tot het bos behoorde. Het is nu een unieke en ook groene plek geworden, waar vele nabestaanden een moment van rust en bezinning bij hun dierbaren kunnen vinden.
Het kerkhof van de Bartholomeusparochie ligt het meest in het zicht en grenst direct aan de Bartholomeuskerk, die samen met de ‘kleine kerk’ duidelijk het centrum van Voorhout aangeeft. Dit kerkhof ontstond nadat een storm en brand het kerkgebouw in 1873 deels in de as legden. In 1882 werd de huidige Bartholomeuskerk ingewijd. Vóór de brand lag het kerkhof om de kerk heen. Nu is de ‘oude begraafplaats’ tegen de oostelijke muur van de kerk gelegen en heeft haar tijdloze karakter behouden. Wie eenmaal het groene sierhekwerk met engelen is gepasseerd, wordt onmiddellijk getroffen door het beeld van de verrezen Christus. Opvallend is ook het functionele pleintje, dat wordt gevormd door de halfronde Bijbelwand, met symbolische afbeeldingen, die verwijzen naar het leven over de grens van de dood.
Het kerkhof van de Protestantse Gemeente Voorhout ligt in een halve cirkel rond de ‘kleine kerk’. Uit het kerkarchief blijkt dat het kerkhof tweemaal is uitgebreid tot de omvang die het nu heeft. Het is helaas niet bekend hoe lang er op dit stukje grond al begraven is. Het grafregister gaat niet verder terug dan 1895. Uit alles blijkt dat er daarvoor niets werd geregistreerd, maar dat er wel werd begraven. In 1825 werd bij Koninklijk Besluit het begraven in kerken verboden. Doch voor die tijd was het veelal zo dat rijken in de kerk begraven werden en zij, die minder met aardse goederen gezegend waren en ook de armlastigen, begraven werden in de hof bij de kerk. Het woord ‘kerkhof’ herinnert daaraan.